Read De Kaart En Het Gebied Online
Authors: Michel Houellebecq
De mis zelf was voor hem zoals gewoonlijk een moment van totale verveling. Hij had al sinds zijn tiende ieder contact met het katholieke geloof verloren, en ondanks het grote aantal begrafenissen dat hij had moeten bijwonen, had hij het nooit meer kunnen oppikken. In wezen begreep hij er niets van, hij snapte niet eens precies waar de priester het over wilde hebben; er waren verwijzingen naar Jeruzalem die hem volstrekt irrelevant leken, maar ze hadden ongetwijfeld een symbolische betekenis, bedacht hij. Hij moest niettemin toegeven dat hij de ceremonie
gepast
vond, dat de beloften van een toekomstig leven hier uiteraard welkom waren. De bemoeienis van de Kerk was in wezen veel legitiemer bij een begrafenis dan bij een geboorte of een huwelijk. Ze was hier helemaal in haar element, ze had over de dood
iets te zeggen -
maar over de liefde, dat was twijfelachtiger.
Doorgaans staan bij een begrafenis de naaste familieleden bij de kist om de condoleances in ontvangst te nemen; maar hier was geen familie. Toen de mis was opgedragen, pakten de twee baardragers de kleine kist dus weer op - opnieuw ging er een huivering van afschuw door Jasselin heen - om hem terug te plaatsen in de bestelwagen. Tot zijn grote verbazing stonden er op het voorplein een stuk of vijftig mensen te wachten - waarschijnlijk lezers van Houellebecq die allergisch waren voor iedere religieuze ceremonie.
.
Er waren geen speciale voorzieningen getroffen, geen wegversperring en geen verkeersmaatregelen, dus de lijkwagen reed linea recta naar de begraafplaats van Montparnasse, en over het trottoir legde de ongeveer honderd man sterke groep dezelfde weg af, ze liepen door de Rue Guynemer langs de Jardin du Luxembourg, namen toen de Rue Vavin, de Rue Bréa, volgden de Boulevard Raspail een stukje en sloegen daarna de Rue Huy-ghens in. Jasselin en Ferber hadden zich bij de groep aangesloten. Er waren mensen van alle leeftijden, alle standen, meestal alleen, soms in stellen; mensen die in feite niets gemeen hadden, bij wie je geen enkel gemeenschappelijk kenmerk kon ontdekken, en Jasselin wist ineens zeker dat ze hun tijd verdeden, het waren lezers van Houellebecq en daarmee basta, het was onwaarschijnlijk dat er zich tussen hen ook maar iemand bevond die iets met de moord te maken had. Pech gehad, dacht hij, het was in elk geval een aangename wandeling; het weer bleef mooi in de Parijse regio, de lucht was diep-, haast winters blauw.
.
De grafdelvers, die waarschijnlijk waren gebrieft door de priester, hadden op hen gewacht met scheppen. Bij het graf werd Jasselins enthousiasme voor begrafenissen nog sterker, en hij nam het ferme, definitieve besluit om zich ook te laten begraven en meteen de volgende dag zijn notaris te bellen om dat expliciet in zijn testament te laten opnemen. De eerste scheppen aarde vielen op de kist. Een eenzame vrouw van een jaar of dertig wierp een witte roos - vrouwen zijn toch niet slecht, zei hij bij zichzelf, ze denken aan dingen waar geen enkele man aan zou hebben gedacht. Bij een crematie heb je altijd de machinegeluiden, de gasbranders die een vreselijk kabaal maken, maar hier was de stilte bijna volmaakt en werd ze enkel verstoord door het geruststellende geluid van de scheppen aarde die op het hout terechtkwamen en op het oppervlak van de kist zachtjes uiteenvielen. Midden op de begraafplaats was het gedruis van het verkeer haast niet te horen. Naarmate de aarde het gat verder vulde werd het geluid gedempter, doffer; toen werd de steen geplaatst.
Hij ontving de foto's de volgende dag al, halverwege de ochtend. De lui van de technische recherche mochten Jasselin dan op de zenuwen werken met hun zelfingenomenheid, hij moest toch toegeven dat ze over het algemeen erg goed werk afleverden. De beelden waren scherp en goed belicht, en hadden ondanks de afstand een voortreffelijke detaillering, je kon perfect het gezicht herkennen van iedereen die de moeite had genomen om naar de begrafenis van de schrijver te komen. Bij de afdrukken zat een
usb
-stick met de digitale fotobestanden. Hij stuurde hem via de interne post direct naar de
befti
met het verzoek ze te vergelijken met de foto's uit de database van geregistreerde delinquenten; ze hadden tegenwoordig de beschikking over gezichtsherkenningssoftware waarmee de hele handeling in een paar minuten kon worden uitgevoerd. Hij geloofde er niet echt in, maar het was in elk geval het proberen waard.
Hij kreeg de resultaten aan het begin van de avond, net toen hij naar huis wilde gaan; ze waren negatief, zoals hij al had verwacht. De
befti
had er ook een samenvattend rapport van dertig pagina's bij gevoegd over de inhoud van Houellebecqs computer-waarvan ze de codes ten slotte hadden weten te kraken. Hij nam het document mee om het thuis op zijn gemak te bestuderen.
.
Hij werd begroet door het gekef van Michou, die minstens een kwartier lang alle kanten op sprong, en door de geur van kabeljauw op Galicische wijze - Hélène probeerde de smaken af te wisselen, switchte soepel van Bourgondisch naar Elzassisch, van de Provengaalse naar de Bordeauxse keuken; ook de Italiaanse, Turkse en Marokkaanse kookkunst beheerste ze heel goed, en ze had zich net ingeschreven voor een kennismakingscursus oosters koken, georganiseerd door het gemeentehuis van het vijfde arrondissement. Hij begroette haar met een kus; ze had een mooie zijden jurk aan. 'Het is over tien minuten klaar, als je wil...' zei ze. Ze leek ontspannen en gelukkig, zoals altijd wanneer ze overdag niet naar de universiteit hoefde - de herfstvakantie was net begonnen. Hélènes belangstelling voor economie was in de loop van de jaren flink afgenomen. Meer en meer leken de theorieën waarmee men de economische verschijnselen trachtte te verklaren en de toekomstige ontwikkelingen probeerde te voorspellen haar allemaal ongeveer even inconsistent en speculatief, ze neigde er meer en meer toe om ze gelijk te stellen aan simpel boerenbedrog; het was zelfs opmerkelijk, dacht ze soms, dat er een Nobelprijs voor economie werd toegekend, alsof die discipline zich kon laten voorstaan op dezelfde methodologische ernst en dezelfde intellectuele gestrengheid als de scheikunde of de natuurkunde. Ook haar belangstelling voor het onderwijs was flink afgenomen. Globaal gezien interesseerden jongeren haar niet meer zo, haar studenten waren van een angstaanjagend laag intellectueel niveau, je kon je soms zelfs afvragen waarom ze waren gaan studeren. Het enige antwoord, dat ze diep vanbinnen wel kende, was dat ze geld wilden verdienen, zo veel mogelijk geld; ondanks een paar kortstondige humanitaire bevliegingen was dat het enige wat hen echt dreef. Haar beroepsleven kwam kortom neer op het onderwijzen van tegenstrijdige absurditeiten aan streberige imbecielen, ook al keek ze wel uit om het voor zichzelf in zulke heldere termen te formuleren. Ze was van plan met vervroegd pensioen te gaan zodra haar man bij de moordbrigade wegging - hij had niet dezelfde twijfels als zij, hij hield nog altijd even veel van zijn werk, het kwaad en de misdaad leken hem nog even urgente, even essentiële onderwerpen als toen hij begonnen was, achtentwintig jaar eerder.
.
Hij zette de televisie aan, het was het tijdstip van het journaal. Michou sprong naast hem op de bank. Na de beschrijving van een bijzonder moorddadige zelfmoordaanslag van Palestijnse kamikazes in Hebron ging de presentator over op de crisis die de beurzen al een paar dagen deed wankelen, en die volgens sommige specialisten nog erger dreigde te worden dan die van 2008; alles bij elkaar een heel klassiek nieuwsoverzicht. Hij wilde net naar een ander kanaal overschakelen toen Hélène uit de keuken kwam aanlopen en op de armleuning ging zitten. Hij legde de afstandsbediening neer; dit was tenslotte haar terrein, dacht hij, misschien interesseerde ze zich er een beetje voor.
Na een rondgang langs de belangrijkste financiële centra was het terug in de studio de beurt aan een
deskundige.
Hélène luisterde aandachtig naar hem, met een onbestemde glimlach om haar lippen. Jasselin keek via de uitgesneden hals van haar jurk naar haar borsten: het waren weliswaar siliconenborsten, de implantaten waren tien jaar geleden geplaatst, maar het was een succes, de chirurg had goed werk geleverd. Jasselin was een groot voorstander van siliconenborsten, bij de vrouw het bewijs van een zekere
erotische welwillendheid
die op seksgebied feitelijk de allerbelangrijkste zaak van de wereld is, en die het seksleven van een stel soms met tien of zelfs twintig jaar kan rekken. En er waren momenten van verrukking, kleine wonderen: in het zwembad, tijdens hun enige verblijf in een clubhotel, dat had plaatsgevonden in de Dominicaanse Republiek (Michel, hun eerste bichon, had het hun haast niet vergeven, en ze namen zich plechtig voor om het nooit meer te doen, of ze moesten een clubhotel vinden waar honden toegestaan waren - maar helaas, die bleken onvindbaar), kortom, tijdens dat verblijf had hij verrukt naar zijn vrouw zitten kijken, zoals ze daar op haar rug bij het zwembad lag met haar borsten de lucht in priemend in een vermetele ontkenning van de zwaartekracht.
Siliconenborsten zijn belachelijk als het gezicht van de vrouw vreselijk veel rimpels heeft, als de rest van haar lichaam afgetakeld, papperig en slap is; maar dat was bij Hélène niet het geval, in de verste verte niet. Haar lichaam was slank gebleven, haar billen stevig, nauwelijks verslapt; en haar dikke, bruinrode haren vielen nog altijd in even sierlijke krullen over haar ronde schouders. Kortom het was een erg mooie vrouw, kortom hij had geluk gehad, veel geluk.
Natuurlijk wordt op de zeer lange duur elke siliconenborst belachelijk; maar op de zeer lange duur denk je niet meer aan die dingen, je denkt aan de baarmoederhalskankers, de bloedingen van de aorta en wat dies meer zij. Je denkt ook aan de overdracht van het bezit, aan de verdeling van de onroerende goederen tussen de vermoedelijke erfgenamen, kortom je hebt wel andere dingen aan je hoofd dan siliconenborsten, maar zover waren ze nog niet, dacht hij, nog niet helemaal, misschien zouden ze vanavond wel de liefde bedrijven (of beter morgenochtend, hij deed het liever 's ochtends, dat gaf hem de hele dag een goed humeur), je kon wel stellen dat ze
nog een paar mooie jaren
voor de boeg hadden.
.
Het economische item was afgelopen, het volgende item was gewijd aan een romantische comedy die de volgende dag in première zou gaan in de Franse bioscopen. 'Heb je gehoord wat die vent zei, die deskundige?' vroeg Hélène. 'Heb je zijn voorspellingen gezien?' Nee, om eerlijk te zijn had hij helemaal niets gehoord, hij had alleen naar haar borsten gekeken, maar hij besloot haar niet te onderbreken.
'Over een week zal duidelijk worden dat al zijn voorspellingen fout waren. Dan vragen ze een andere deskundige, of misschien wel dezelfde, en die doet dan weer nieuwe voorspellingen, nog altijd even zeker van zijn zaak...' Ze schudde misnoegd, haast verontwaardigd haar hoofd. 'Hoe kan een discipline die er niet eens in slaagt verifieerbare voorspellingen te doen in godsnaam doorgaan voor een
wetenschap?'
Jasselin had Popper niet gelezen, hij kon haar niets zinnigs antwoorden; hij nam er dus genoegen mee om een hand op haar bovenbeen te leggen. Ze glimlachte en zei: 'Het eten is zo klaar.' Ze liep weer naar haar fornuis, maar kwam tijdens de maaltijd nog even terug op het onderwerp. Een moord, zei ze tegen haar man, leek haar een door en door menselijke daad, weliswaar verbonden met de donkere zones van het menselijke, maar toch nog altijd menselijk. En kunst, om een ander voorbeeld te nemen, was overal mee verbonden: met de donkere zones, met de lichte zones, met de tussenliggende zones. De economie was bijna nergens mee verbonden, alleen met het meest machinale, voorspelbare, mechanische deel van de mens. Niet alleen was het geen wetenschap, het was ook geen kunst, het was al met al zo ongeveer niets.
Hij was het er niet mee eens, en zei haar dat. Op grond van zijn langdurige omgang met moordenaars kon hij haar vertellen dat het de meest machinale en voorspelbare individuen waren die je je kon voorstellen. In bijna alle gevallen doodden ze voor geld, en alleen maar voor geld; dat was trouwens de reden waarom ze over het algemeen zo makkelijk te vangen waren. Werken had daarentegen bijna niemand ooit
alleen maar
voor geld gedaan. Er waren altijd andere drijfveren: het belang dat je stelde in je werk, de waardering die je er misschien mee oogstte, het gevoel van verbondenheid met je collega's... En bijna niemand had ook een volledig rationeel koopgedrag. Waarschijnlijk maakte juist het feit dat de drijfveren van zowel producenten als consumenten zo door en door ongrijpbaar waren de economische theorieën zo speculatief en uiteindelijk zo bedrieglijk. Terwijl het speurwerk van de recherche wel degelijk kon worden opgevat als een wetenschap, of toch in elk geval als een rationele discipline. Hélène wist hem niets te antwoorden. Het bestaan van irrationele economische subjecten was altijd al de
schaduwzijde,
de achilleshiel van elke economische theorie geweest. Ze mocht dan de nodige afstand van haar werk hebben genomen, toch vertegenwoordigde de theoretische economie nog altijd haar bijdrage aan het huishoudboekje, haar status aan de universiteit: grotendeels symbolische beloningen. Jean-Pierre had gelijk: ook zij gedroeg zich allerminst als een
rationeel economisch subject.
Ze maakte het zich gemakkelijk op de bank en keek naar haar hondje, dat extatisch op zijn rug lag in de linker onderhoek van het tapijt van de woonkamer, met zijn buik in de lucht.
.
Later op de avond zette Jasselin zich aan het samenvattende rapport van de
befti
over de computer van het slachtoffer. Hun eerste vaststelling was dat Houellebecq, in tegenstelling tot wat hij in tal van interviews had beweerd, nog altijd schreef; hij schreef zelfs veel. Wel was wat hij schreef tamelijk vreemd: het leek op poëzie, of op politieke statements, nou ja hij begreep bijna niets van de stukjes tekst die in het rapport werden geciteerd. Dat moet allemaal naar de uitgeefster worden gestuurd, dacht hij.
De rest van de computer bevatte niet veel nuttigs. Houellebecq gebruikte de functie 'Adresboek' van zijn Macintosh. De inhoud van zijn adresboek was integraal gereproduceerd, en het was gewoon zielig: de lijst bevatte in totaal drieëntwintig namen, waaronder twaalf van ambachtslieden, artsen en andere dienstverleners. Hij gebruikte ook de functie 'Agenda', en dat had al even weinig om het lijf, meestal waren het aantekeningen in de trant van 'vuilniszakken' of 'levering stookolie'. Alles bij elkaar had hij zelden iemand gezien die zo'n doodsaai leven had. Zelfs uit zijn internetbrowser kwam niets interessants naar voren. Hij bezocht geen kinderpornosites, zelfs geen gewone pornosites; zijn meest gewaagde bezoekjes betroffen sites met lingerie en erotische outfits voor vrouwen, zoals
Belle & Sexy
en
Liberette.com.
Dus die arme drommel nam er genoegen mee om meisjes in strakke minirokjes of doorschijnende hemdjes te begluren, en Jasselin schaamde zich bijna dat hij deze bladzijde had gelezen. De moord zou niet makkelijk op te lossen zijn, dat was duidelijk. Wat mensen in de armen van hun moordenaars drijft, zijn hun slechte eigenschappen - of hun geld. Geld had Houellebecq wel, hoewel minder dan hij had verwacht, maar er was kennelijk niets gestolen, ze hadden in het huis zelfs zijn chequeboekje, zijn creditcard en een portefeuille met honderden euro's teruggevonden. Hij viel in slaap op het moment dat hij zijn politieke statements nog eens poogde te lezen, alsof hij daarin een verklaring of betekenis hoopte te vinden.